Voor veel mensen voelt een soa-test alsof je iets moet opbiechten. Alsof je ‘fout’ bent geweest. Dat je te los was. Te onvoorzichtig. Te iets. Maar precies die gedachte houdt mensen tegen om zich te laten testen – terwijl net dát de weg is naar controle, rust en respect voor jezelf én je partner(s).
Schaamte is een stille saboteur. Het fluistert dingen als: “Straks denken ze dat ik sletterig ben” of “Ik voel toch niks, dus ik hoef me niet te testen.”
En zo wint schaamte het van zekerheid. Totdat die zekerheid alsnog wordt afgedwongen door klachten of confrontaties.
Een test is geen beschuldiging. Het is een daad van zelfzorg.
Het gaat niet om ‘verdacht gedrag’, maar om volwassen keuzes.
Soa’s geven zich niet altijd snel bloot. Dat betekent niet dat ze onschuldig zijn.
Wie wacht op klachten, komt vaak te laat voor preventie en soms zelfs voor volledige genezing.
Een soa-test hoeft geen gevoelig onderwerp te zijn. Het is net zo normaal als een tandartsafspraak – als je het maar normaal maakt.
Een gesprek over gezondheid is geen aanval. Het is een uitnodiging tot vertrouwen.
Een soa-test is geen schuldbekentenis, maar een daad van kracht. Van zorg. Van duidelijkheid. Het doorbreekt de stilte die schaamte creëert, en vervangt ze door iets veel waardevollers: zekerheid. Wie zichzelf serieus neemt, kijkt niet weg. Die test. En durft te weten. Want echte zelfzorg begint niet bij perfect gedrag, maar bij bewuste keuzes.